11-02-2020

Een bijdrage leveren aan de maatschappij, dát willen we met ons werk!

Lees verder

Een bijdrage leveren aan de maatschappij, dát willen we met ons werk!

Overweeg je te gaan werken bij een NGO of zij-instromer of arts te worden?

Ongemerkt zijn we anders gaan denken bij het zoeken naar een baan die bij ons past. Tot in de jaren ’90 waren we vooral op zoek naar zekerheid, doorgroeimogelijkheden en een goed salaris. Kortom: naar een goed belegde boterham. Daarna kwam de term ‘passie’ in zwang: op zoek gaan naar een baan waarin je je passie kwijt kon. Werk dat niet als werk voelde. Regelmatig heb ik sombere mensen aan mijn bureau gehad die hun passie maar niet kon vinden, zich afvroegen of er iets mis met hen was (oppervlakkig? talentloos?) en hoe ze dan nog een baan konden vinden. Sinds een jaar of drie hoor ik steeds vaker een ander geluid, en niet allen bij jongeren: ‘Ik wil een baan waarmee ik het verschil kan maken, waarmee ik echt iets bij kan dragen aan de maatschappij’. Dit nieuwe criterium kan, net als de zoektocht naar passievol werk, leiden tot overvolle wegen. Werkgevers en banen die die zo aantrekkelijk lijken dat je op veel punten moet inleveren. Dat je alleen een baan onder je niveau kunt vinden of weinig zekerheid krijgt. En dan is ook nog de vraag of je bij die NGO, als zij-instromer of als arts wel de meeste impact hebt. Hieronder twee overwegingen die je wellicht kunnen helpen in je denkproces.

Hoeveel impact wil je hebben?
Het lastige van impact hebben is dat we allemaal kinderen van onze tijd zijn en geneigd zijn ongeveer hetzelfde te willen. We zien dezelfde problemen als het belangrijkste en voelen ons aangetrokken tot dezelfde beroepen. Het aan de universiteit van Cambridge verbonden bureau ‘80.000 Hours’ becijferde eens hoeveel mensenlevens de gemiddelde arts redt in opgetelde extra levensjaren. Dat kwam uit op bijna twee levens. En dat is prachtig natuurlijk, maar het viel me ook een beetje tegen. De gezondheidswinst is groot tot 100 artsen voor 100.000 mensen, daarna neemt die winst snel af. Om echt impact te hebben zou je als arts het beste in landen in bij voorbeeld Afrika kunnen werken, waar het aantal artsen per 100.000 inwoners veel lager ligt.

Een andere overweging is dat het grootse aantal geredde levens niet het gevolg is van het werk van klinisch artsen, maar van onderzoekers en uitvinders. Miljoenen levens werden gered door de uitvinding dat wanneer je zout en suiker aan water toevoegt je de uitdroging bij diarea tegen kunt gaan. Bij het berekenen van beter constructies voor huizen in een aardbevingsgevoelige gebieden of door moedige ambtenaren die toezicht op de bouw hielden, terwijl ze bedreigd werden door aannemers en bevriende politici. Of door klokkenluiders die tegen de stroom in bedrijven aanklaagden die gif loosden in drinkwater van mensen.

Veel mensen zullen zich de komende jaren richten op het klimaat. Superrelevant. Maar hoogstwaarschijnlijk zal er een verdringingsmarkt ontstaan van experts. Je kunt het meeste toevoegen wanneer je je bezig houdt met problemen die ook belangrijk zijn, maar onder de radar blijven. Zoals dat decennia lang het geval was met het klimaat. Juist de voorlopers hebben de meeste invloed.

Je bijdrage leveren via je werk kan op meer manieren
Je kunt je afvragen of je je bijdrage wel moet leveren door een bepaalde baan of omgeving te kiezen. Een alternatief is dat je gewoon een leuke baan zoekt en bijvoorbeeld 10% van je salaris aan relevante goede doelen geeft. Zeg maar, de Bill Gates aanpak, maar dan wat kleinschaliger.

Een investering in muskietennetten levert bij voorbeeld een uitzonderlijk rendement op van één mensenleven per €3000,- investering. Eerder schreef ik over Merel Van Vroonhoven, die haar baan als bestuursvoorzitter van de AFM opgaf om zij-instromer in het onderwijs te worden omdat zij: “zich wilde inzetten voor kwetsbare mensen”.

Haar streven is zonder meer nobel, maar het is de vraag of ze op deze manier niet juist veel minder impact heeft dan wanneer ze haar oude salaris zou afromen tot onderwijzersniveau en dat surplus zou schenken aan goede doelen. Of doordat ze via haar positie in de samenleving meer aandacht zou vragen voor bepaalde onderwerpen.

Helpen door ergens je beroep van te maken heeft nog andere consequenties: je kiest ook voor een inhoud die bij je moet passen. Past het jou de hele dag met patiënten, cliënten of leerlingen bezig te zijn of heb je nog andere behoeften en talenten die je graag wilt benutten? Misschien is het al heel bevredigend als je voorleesmaatje wordt voor gezinnen waar de ouders moeite hebben met de Nederlandse taal, je meedoet met de opruimacties op het strand, of kinderen voorlichting geeft als vrijwilliger voor Greenpeace.

Dus..?
Het is mooi dat we met elkaar steeds meer iets voor het gemeenschappelijk nut willen doen; dat gaat helpen om de complexe problemen met elkaar op te lossen. Maar er zijn meerdere wegen om je bijdrage te leveren. Neem je tijd om je route te bepalen, verken verschillende opties. De meest voor de hand liggende weg is vaak juist niet de beste omdat ze minder impact hebben dan je zou denken of omdat jij niet op je best bent doordat je je talenten onvoldoende benut. Voor zowel de maatschappij, als voor jouw eigen gevoel van tevredenheid is het van belang dat je de alternatieven goed overweegt. En dat je met een gerust hart ook iets helemaal buiten die zichtbaar goede organisaties/functies kunt doen, maar daarbuiten of met je salaris veel meer kunt bereiken. En soms kun je juist ook veel betekenen in het hol van de leeuw, zoals Paul Polman Unilever richting duurzaamheid wist uit te sturen.