24-03-2020

We kunnen maar beter leren ‘te dealen’ met onzekerheid

Lees verder

We kunnen maar beter leren ‘te dealen’ met onzekerheid

Zes wetenschappelijk onderbouwde strategieën die je brein een handje helpen

Natuurlijk heb ik in mijn leven wel momenten gehad waarop ik angst voelde, waarop ik geen zekerheid had dat het goed zou komen. Toen ik net gescheiden was bij voorbeeld, en ik met drie kids en een net gestarte onderneming een akelige aangezichtspijn ontwikkelde. Maar vergeleken bij de verhalen die ik hoor van statushouders, realiseer ik me hoezeer ik gespaard ben. Zoals de meesten van ons: Nederland heeft al 70 jaar geen oorlog gekend, geen niets ontziende dictatuur, geen heftig natuurgeweld.

En nu is het er opeens weer, bij ons allemaal: een groeiende onzekerheid over hoe het zal lopen. Of het wel goed zal komen. Een beetje laconiek en onder een laagje nuchterheid, dat ook zo maar kan smelten als de dreiging dichterbij zou komen. Ik kreeg de behoefte me nog maar eens te verdiepen in dat gevoel van angst/onzekerheid. Wetende hoe belangrijk het is om je er niet teveel door te laten leiden. Hieronder mijn bevindingen in zes tips. Hopelijk helpen ze ook jou er het beste van te maken en niet teveel energie te verliezen aan piekeren.

We zijn er eigenlijk nog niet klaar voor (evolutionair gezien)
We zijn erop gebouwd goed om te gaan met tijdelijke onzekerheid. Evolutionair gezien is angst natuurlijk functioneel: bedoeld om ons te helpen uit klauwen te blijven van gevaarlijke dieren en te schuilen bij noodweer.

Ons lichaam staat paraat voor actie: met een verhoogde hartslag en gespannen spieren. Maar als angst en onzekerheid lang duurt, raken we uitgeput en worden we depressief. Evolutionair gezien zien we er eigenlijk nog niet klaar voor: langdurige onzekerheid. Een experiment van vier jaar geleden toonde zelfs aan dat mensen liever zeker een elektrische schok kregen, dan misschien. Onzekerheid valt echter niet te vermijden. Nu in deze crisissituatie niet, maar ook niet op heel veel andere aspecten van het leven. Als we de onzekerheid teveel uit de weg gaan blijf je gevangen in een slechte relatie of in een baan die je niet past. Ga je niet op onderzoek naar dingen die belangrijk voor je zijn. Kortom, hoe doen we dat: zonder somber of laconiek te worden omgaan met langdurige onzekerheid?

Zes strategieën om je brein te helpen slim om te gaan met onzekerheid:

1. Je nuttig maken. Door je niet alleen op je eigen behoeften te richten, maar te kijken of je iets voor anderen kunt doen, kom je een beetje uit die angstige en egocentrische stand. Als we alleen maar met onze eigen angsten en behoeften bezig zijn, maken we die ook te groot.
2. Herken je streven naar schijnveiligheid. Het idee dat we geen invloed hebben op onze situatie is beangstigend. Veel mensen creëerden een schijnheiligheid door toiletpapier te hamsteren. Heb je in ieder geval nog ergens controle over. Relativeer het en zie ook wat dat gedrag betekent in de praktijk. Dat je als alles instort, je het ook niet redt met je toiletpapier. Dat we daarmee bovendien mensen worden die we niet willen zijn: namelijk mensen die voorraad weghalen bij anderen die misschien ook onze vaders en moeders hadden kunnen zijn.
3. Iets minder naar het ongeluk kijken. De hele tijd op sociale media bezig zijn en continu allerlei bedreigende beelden zien, vergroot je onrust. Zoals mensen die bij en ernstig auto-ongeluk blijven staan kijken veel meer kans hebben getraumatiseerd te raken. Neem jezelf voor nog maar twee keer per dag te kijken en gewoon het NOS journaal te zien. Dan mis je niets belangrijks, maar geef je je brein ook niet teveel in de paniekstand terecht komen. Richt je vooral op de wetenschappelijke feiten, en zie hoe filmpjes van individuele uitzonderingen je beeld kunnen vertekenen en je onnodig bang kunnen maken.
4. Jezelf afleiden. Sommige groepen hebben al langer met sterke onzekerheid te maken: Groningse huizenbezitters. Onderzoek wijst uit dat sommigen het gevoel hebben ‘vast te zitten’ en het anderen lukt zich te concentreren op activiteiten waar ze energie van krijgen. Door in de tuin te gaan werken en in huis te klussen, help je jezelf weer prettige gevoelens te ervaren.
5. Je existentiële angst ook nuttig inzetten. We worden geconfronteerd met de eindigheid van ons bestaan. Zoals we dat ook hebben bij begrafenissen en de ziekte van een geliefde. Dit soort momenten helpen mensen ook om moedige beslissingen te nemen: om knopen door te hakken over dingen die belangrijk voor je zijn. Zie de voordelen van dit sterkere bewustzijn van je eigen tijdelijkheid.
6. De goede kanten van een nare situatie zien. Opeens is het leven klein geworden en verdomd; velen van ons vinden het ook wel prettig dat niet alles móet. Opeens is ‘The fear of missing out’ verdwenen. Hebben we tijd voor elkaar, voor uit de wind op je balkon zitten, en de vogeltjes te horen, voor lezen, voor weer eens je viool ter hand te nemen.

Bijsturen van je brein; het blijft balanceren.
Er kunnen allerlei goede dingen uit deze situatie komen. Dat we ons realiseren dat we voorzichtiger moeten omgaan met de natuur bijvoorbeeld en dat we onszelf minder opjagen om overal aan mee te doen. We moeten ons brein een beetje helpen niet in de paniekstand terecht te komen of daarin te blijven hangen. Maar dan ook weer zonder laconiek of slordig te worden. Als je laconieker wordt en de neiging voelt om gewoon toch maar wat gezelligs af te spreken, is het zaak weer even terug te sturen. Help dan je beperkte voorstellingsvermogen maar even wél met een angstaanjagend filmpje uit Italië en wat misschien niet wetenschappelijk onderbouwde grafiekjes. Zeker als het allemaal langer gaat duren. Het blijft balanceren met dat brein van ons.