24-08-2021

Pesten op het werk: het ‘omstanderseffect’ zorgt dat we er bijna allemaal aan meedoen

Lees verder

Pesten op het werk: het ‘omstanderseffect’ zorgt dat we er bijna allemaal aan meedoen

Hoe jij jouw morele kompas niet verliest

Uit onderzoeken blijkt dat ongeveer 100.000 mensen in Nederland structureel gepest worden. Er wordt over hen geroddeld of ze krijgen openlijk kritiek op hun persoonlijke leven. Ze krijgen zinloze opdrachten, worden genegeerd of juist belachelijk gemaakt. Een groot aantal van hen krijgt een burn-out en heeft het over het ‘wegkijken’ van collega’s. Voor bepaalde kanten van pesten is meer aandacht gekomen: zoals discriminatie en seksistisch gedrag. Maar waarom duurde dat zo lang? En waarom gebeurt er nog steeds van alles dat niet door de beugel kan, zonder dat collega’s aan de bel trekken? Zorg dat jij tot de 10% behoort die niet wegkijkt.

‘Moet toch kunnen’
Pesten is systematisch, gericht op telkens dezelfde persoon of personen. En daarmee is het in essentie anders dan een grap. Met opmerkingen in de trant van “Een grapje moet toch kunnen?” of “Hij/zij moet het allemaal niet zo serieus nemen” verdedigen pesters zich vaak bij een klacht. In veel gevallen betrof het overigens de manager zelf, blijkt uit onderzoek. Ingewikkeld voor degene die gepest werd om zich tegen te verdedigen en niet aan het twijfelen te raken: “Ben ik niet te gevoelig?”. Wat ook niet meehelpt is dat anderen vaak zo weinig ingrijpen of anderszins van zich laten horen.

Ook virtueel kan er gepest worden
Voor velen was het wel een opluchting; dat verplichte thuiswerken. Daarmee konden zij ontsnappen aan veel pesterijen. Maar ook virtueel kan er gepest worden: iemand ‘vergeten’ uit te nodigen voor de Teams meeting of in het virtuele overleg voor gek zetten. In een studie waarin iemand online werd getreiterd zei slechts 10% van de deelnemers er iets van. Zij spraken de pestkop aan op zijn gedrag of zeiden iets bemoedigends tegen de gepeste. Achteraf meldde wel 70% van de deelnemers iets negatiefs over de pestkop in de evaluatie. Ze hadden het dus wel gezien, maar spraken zich niet uit.

Lees ook: Als je depressief wordt van je baan maar toch niet stopt

Het omstanderseffect
Die mensen die wel zien en zich niet uitspreken, dat zijn wij dus ook waarschijnlijk. We denken natuurlijk liever over onszelf dat we moedig zijn, maar sommige omstandigheden maken het extra lastig. We neigen naar een houding van passiviteit als er (veel) anderen zijn die ook niets doen. We zijn daartoe vooral geneigd in situaties waarin we niet helemaal zeker weten wat juist is. We kijken dan naar anderen voor de juiste aanpak. De zwijgers geven onbedoeld het signaal af dat wat er gebeurt, aanvaardbaar is.

Leren van anti-pest programma’s
Wat effectieve programma’s tegen pesten doen draait twee zaken:
• Een heldere norm stellen: dit doen wij zo niet hier.
• Het hele team verantwoordelijk stellen. Zo ben je als zwijger ook medeplichtig.
Dat we ons in een groep zo afwachtend gedragen heeft ermee te maken dat we twijfelen en bang zijn het verkeerde te doen of voor gek te staan. We halen onze zekerheid uit het kijken naar anderen.

De twee vragen die ons helpen het anders te doen
Het helpt sowieso om het mechanisme te herkennen. En om te snappen waarom we soms zo passief en weinig assertief kunnen rangeren in nieuwe en/of onduidelijke situaties. Ze roepen het kuddedier in ons wakker: we worden gemakkelijk echte volgers. Beter stellen we ons de volgende twee vragen:
• Weten anderen beter dan ik wat er aan de hand is?
• Is mijn gedrag consistent met mijn morele kompas?

Tegensturen op ons kuddebrein
Het omstanderseffect wordt vaak gebruikt bij het verklaren van het passieve gedrag in situaties waarbij iemand in nood verkeert (verdrinking, achtervolging) en om hulp roept, maar niemand ingrijpt. Diezelfde neiging om eerst naar anderen te kijken en niet op onszelf te koersen verklaart ook waarom in groepen onnodig paniek kan uitbreken (de schreeuwer op de Dam bijvoorbeeld). Ons brein heeft nog veel kenmerken van de dieren waaruit we geëvolueerd zijn. Maar inmiddels kunnen we tegensturen op onze instincten, ook bij pestgedrag. Zo voorkom je wroeging en maak je het werk een stuk prettiger voor iedereen. En ja, de kans is groot dat anderen je zullen volgen.

Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van het boek Collega’s en andere ongemakken van Roos Vonk.