Last van uitstelgedrag

De avond voordat je notitie ingeleverd moet worden, ben je nog tot diep in de nacht bezig, omdat het toch (natuurlijk) blijkt tegen te vallen. De ochtend voor je presentatie zit je nog druk van alles te veranderen en maak je toch nog maar snel een paar Power Points. Maar je weet dat het goed komt en je hebt wel wat extra stress, maar niet overmatig. Kortom, het is misschien niet ideaal, maar het gaat eigenlijk best.
Echt last van uitstelgedrag, heb je:

  • Als je in de dagen voordat iets opgeleverd moet worden, echt veel stress ervaart (je je bijna ziek voelt)
  • Je het regelmatig ook niet voor elkaar krijgt zaken op tijd te leveren en daardoor in de problemen komt
  • Smoezen gaat verzinnen om zaken die je eigenlijk wel wil en kunt, uit de weg te gaan (je zegt bij voorbeeld dat je te ziek bent om een presentatie te geven of in de jury te zitten)
  • Je jezelf om de oren slaat met zelfverwijten en dus inboet aan zelfvertrouwen

Je kunt jezelf veranderen, dat is het goede nieuws. Ook zonder lang op de divan te liggen bij de psychiater en ook zonder de lagen van je persoonlijkheid af te pellen. Uitstelgedrag is een gewoonte die je jezelf hebt aangeleerd om zo min mogelijk last te hebben van nare gevoelens. Maar soms kom je op een punt dat het niet meer werkt. Omdat je baan zoveel drukker is geworden of omdat je een gezin hebt waardoor je je die nachten doortrekken niet meer kunt permitteren. Dan is het zaak je eigen achterliggende overtuigingen beter te leren kennen en bewust anders te gaan denken en kleine experimenten te doen met nieuw gedrag (dus niet persé in 1 keer het roer om).
Uitstelgedrag wordt in de volgens de RET-methodiek (veelgebruikte therapievorm) gezien als een combinatie van twee manieren van ongezond denken:

LFT, lage frustratietolerantie
Dat wil zeggen, je denkt al snel: “dit is te zwaar voor mij, ik kan dit nu niet aan”
Of in varianten: “het lukt mij nu echt niet om me te concentreren op deze taak, ik kan het er nu echt niet bij hebben, ik heb nu eerst mijn rust nodig.”

Perfectionisme:
Dat wil zeggen: dat je geneigd bent te denken: “dit moet echt helemaal goed zijn, ik moet echt een heel goede originele invalshoek hebben, niemand mag het saai of oninteressant vinden”

Door je perfectionisme wordt de drempel om eraan te beginnen alleen maar hoger, want je weet, je moet echt op je allerbest zijn om dit te kunnen doen. Veel mensen wachten ook te lang op het moment waarop ze een geniale inval zullen krijgen, waardoor alles vanzelf zal gaan.

Stappen die je kunt zetten:

  • Besef hoe je aan het denken bent en stel jezelf de vraag of het wel klopt wat je hier denkt. Klopt het wel dat je in de periode ervoor echt niet kunt opbrengen er iets aan te doen? Hoezo dan: val je dan uit elkaar? Ga je overgeven?
  • Stel jezelf ook de vraag of het klopt dat het helemaal perfect moet zijn? Kan dat überhaupt? Hoe erg is het als dit een zesje of zelfs minder zou worden?
  • En ook: helpt dit denken mij verder naar mijn doelen, dat wil zeggen; nu een goed resultaat leveren, maar ook zoiets als op een duurzame manier met mijzelf omgaan?
  • Zorg voor een meer gezonde overtuiging: zoiets als: “” Ik ga ruim vooraf korte stukjes tijd inplannen om eraan te werken, dat kan ik verdragen. Waarschijnlijk is mijn resultaat dan beter dan wanneer ik het op het laatste moment doe en sowieso ga ik dan gezonder met mijzelf om. Gegeven mijn eerdere ervaringen is de kans groot dat ik dit voldoende zal kunnen en zelfs als het niet goed zou gaan, betekent dat niet dat ik het niet opnieuw zal kunnen proberen.”
  • Probeer dingen uit: maak kleine beginnetjes, ruim op tijd. En als perfectionisme vooral jouw bottleneck blijkt te zijn: probeer ook eens bepaalde zaken minder goed voor te bereiden (eerst in minder belangrijke situaties) en ervaar wat imperfectie je kan opleveren.
  • Sta stil bij je successen op dit gebied, maak ze belangrijk, bedenk dat deze stapjes je helpen om een veel fijner en gezonder leven te leiden.