29-01-2019

Geen kans om door te groeien: blijven of gaan?

Lees verder

Geen kans om door te groeien: blijven of gaan?

6 vragen om je dilemma te lijf te gaan

Je hebt best leuk werk en/of heel fijne collega’s, maar je zou ook weleens wat anders willen. Een nieuwe uitdaging, een baan meer op niveau. Maar je komt binnen jouw organisatie niet verder: omdat die baan er niet is, of omdat jij niet wordt gezien als de geschikte kandidaat voor een baan hogerop. Moet je gewoon tevreden te zijn met wat je hebt, of is het tijd om een stap naar buiten te zetten? Hieronder de zes vragen waarmee je je dilemma kunt aanpakken om een doordachte keuze te maken.

1. Laat je je leiden door de juiste overwegingen? Er kunnen talloze redenen zijn om weloverwogen te kiezen om te blijven; het is gewoon een unieke club en bent zo enthousiast over de sfeer dat je dan maar genoegen neemt met een iets minder interessante baan, bijvoorbeeld. Maar misschien is het ook vooral angst, die je op je plek houdt. Vaak vertellen we onszelf een ander verhaal: noemen we onszelf loyaal, of zeggen we dat we ‘ze’ willen laten zien wat we waard zijn. Van belang is dat je eerlijk tegenover jezelf durft te zijn. Dat je ervoor waakt jezelf in slaap te sussen, om zo op de korte termijn even geen onrust meer te voelen en niets te hoeven.

2. Hoe is je positie intern? Als de sfeer goed is, je overtuigd bent dat er geen doorgroei mogelijkheden zijn voor wie dan ook met jouw wensen/mogelijkheden, hoef je niet alert te zijn of ze nog wel blij met je zijn. In het geval dat je afgewezen bent of ontmoedigd werd om te solliciteren, is het wel van belang naar je positie te kijken: is er een zekere lauwheid over jouw rol of misschien zelfs ronduit botheid? Misschien is het de aard van de organisatie of jouw manager, maar misschien ziet men gewoon weinig potentieel in jou. Blijven hopen op verandering loont zelden. Ook van belang: krijg jij er last van dat anderen wel doorgroeien, omdat ze jouw leidinggevende worden, bijvoorbeeld? Ook als jij op je plek blijft kan de dynamiek veranderen: misschien vind je dat prima, maar wellicht knaagt het ook aan je zelfvertrouwen of wordt het gewoon minder leuk.

3. Heb je een goed beeld van wat je kunt en wilt? Zeker als je werkgever jouw potentieel niet ziet, is het vaak best lastig om daar zicht op te krijgen. Wellicht ben je jezelf wel enorm aan het overschatten. Maar aan de andere kant: misschien heb je te maken met een beoordelaar die nu eenmaal heel anders in elkaar zit dan jij of met een rol die je niet goed past en kun je elders enorm tot bloei komen. Doe eens een rondje feedback (zie daarvoor dit artikel). Het is ook goed eens stil te staan bij je verlangens: wat wil je nu echt? Misschien gaf je aan dat je wilde leiding geven, omdat dat de enige doorgroeioptie was binnen jouw huidige organisatie: nu staat alles weer open.

4. Ken je je alternatieven? Als je weinig zicht hebt op wat je kansen buiten deze organisatie zijn, is de kans groter dat je de keuze maakt om te blijven vanuit de verkeerde redenen. Dat angst toch ongemerkt leidend is. Tevreden blijven, terwijl je een verlangen hebt om door te groeien, vergt dat je je niet afsluit van de markt. Dat je jezelf de ruimte geeft ook echt te kiezen.

5. Hoe blij word je van je toekomst? Als je je energie voelt wegzakken als je eraan denkt dat je dit werk over 1 of 2 jaar nog doet, wordt het tijd om gas te geven. Maar ook als je verwacht de komende jaren wel gelukkig te zijn in deze baan, is het goed om gericht te sturen op je toekomst. Door te zoeken naar kansen waar jij warm voor loopt, kun je de komende periode benutten om jezelf aantrekkelijker te maken voor opties binnen en buiten de organisatie. Nog even niet opstappen heeft als voordeel dat je (eerder dan bij een nieuwe werkgever) de ruimte krijgt om nieuwe zaken uit te proberen; daarmee kun je je cv pimpen voordat je een stap naar buiten zet.

6. Kun je bijsturen buiten je werk? Soms is het ook gewoon niet anders: is dit gewoon een erg fijne baan op dat ene aspect na. Of is het misschien een zesje, maar heb je al van alles geprobeerd. Wat je dan kunt doen, en ook als je baan wel heel goed bij je past, is: onderzoeken of je bepaalde verlangens niet kunt bevredigen buiten deze baan. Je verlangen naar een meer analytische uitdaging kun je wellicht bevredigen door een studie op te pakken, of je verlangen naar meer lol en creativiteit door je aan te sluiten bij een leuke vrije tijds (sport, theater, kook) club. Of misschien kun je een dag minder gaan werken en je idee van je eigen onderneming verder vorm geven. Of meewerken met een vriend in diens restaurant.

Test: remmende overtuigingen:
Zeg/denk jij dingen als:

“Met mijn leeftijd/opleiding/cv zijn er nu eenmaal weinig kansen”.
“Op mij zit toch niemand te wachten”.
“Zo’n salaris krijg ik nooit meer, ik heb geen andere keuze”.
“Ik moet gewoon wel mijn hypotheek betalen, dus ik kan wel zoveel willen”.
“Ik ben er voorlopig weer even klaar mee; ik heb nu gewoon weer even rust nodig”.
“Ik heb het geprobeerd, niet gelukt, dus dit is wat het is”.
“Als ze het niet in me zien, zit het er blijkbaar niet in”.
“Als het hier niet lukt, zal het elders al helemaal niets worden’.

Dit zijn overtuigingen die je behoorlijk kunnen afremmen. Ze lijken meestal erg waar en juist daarom is het goed jezelf er serieus op te bevragen:
• Klopt het wat ik hier denk? Heb ik het (echt) onderzocht? Zijn er ook bewijzen van het tegendeel?
• Helpt het mij om zo te denken?
• Kan ik er ook anders over denken?
• Welk klein stapje zou ik kunnen zetten om toch tot een zekere actie te komen?